Genemuiden

From Heraldry of the World
Revision as of 10:55, 12 July 2012 by Knorrepoes (talk | contribs) (Text replace - "====Oorsprong/verklaring====" to "====Oorsprong/verklaring==== ")
Jump to navigation Jump to search
Netherlands.gif
Heraldry of the World
Civic heraldry of the Netherlands - Nederlandse gemeentewapens
Netherlands.gif

GENEMUIDEN

Provincie  : Overijssel
Opheffing  : 2001 Zwartewaterland
Toevoegingen : 1967 Zwollerkerspel (ged)

I : 24 november 1819
"Van lazuur boven beladen met eene tusschen 2 zespuntige sterren geplaatste lelie, en van onderen van een zalm, alles van goud. Het schild gedekt met een gouden kroon en van achteren vastgehouden door een geharnasten man, houdende in deszelfs linkerhand een stok, alles van goud."

NB : de kroon heeft 5 bladeren, de figuren zijn door een streepbalk van goud gescheiden en de zalm is omgewend.

Genemuid.gif

Oorsprong/verklaring

Genemuiden heeft van Jan van Nassau, 39e bisschop van Utrecht, in 1275 stadsrechten verkregen. Of er toen meteen een zegel is ontworpen is niet bekend. Het oudste zegel, waarvan een afdruk bekend is uit 1461, vertoont een doorsneden schild, waarop een vis op de bovenste helft en een bootje op de onderste. Op een tweede zegel, waarvan een afdruk uit 1670 bekend is, staat het huidige wapen afgebeeld. De figuur houdt daar echter niet een stok vast, maar twee linten, waaraan het wapen hangt.

Genemui2.jpg

Het oudste zegel. (Uit : Ewe, 1972)
Genemuiden.hag.jpg

Het wapen in de Koffie Hag albums +/- 1930

De burgemeester zond in 1816 een afdruk van dit laatste zegel naar de Hoge Raad van Adel ter bevestiging. Deze nam de voorstelling van het zegel over, de kleuren werden rijkskleuren en een streeplijn werd toegevoegd. Ook werd de geharnaste man voorzien van een stok. Op het zegel houdt hij het wapen vast aan een lint. Tenslotte werd een vijfbladerige kroon toegevoegd, die aangaf dat Genemuiden als stad al zitting had gehad in de provinciale staten. Over de oorspronkelijke kleuren en over de wapenfiguren is niets bekend.

Literatuur : vdBergh, 1878