Kortrijk

Heraldry of the World Civic heraldry of Belgium - Belgische Gemeentewapens / Armorial de Belgique

KORTRIJK

Province : West-Vlaanderen
Additions : 1976 Aalbeke, Bellegem, Bissegem, Heule, Kooigem, Marke, Rollegem

Official blazon

• (1819) Van zilver, beladen met een roode keper en gezoomd met eene met punten uitgeronde roode band, het schild gedekt met een kroon van goud.
• (1838) Wit koleur met eenen keper van rood koleur met een getand dwarsstuk van zulke kleur, het wapen gedekt met eene gouden kroon.
• (1859) D'argent au chevron de gueules à la bordure engrêlée de même, l'écu sommé d'une couronne murale à cinq tours d'argent. Pour tenants deux sauvages de carnation, ceints et couronnés de chêne, appuyés sur leur massue.
• (1987) In zilver een keper en een uitgeschulpte zoom van keel. Het schild getopt met een stedekroon met vijf torens van zilver en gehouden door twee wildemannen van vleeskleur, omgord en gekroond met eikebladeren van sinopel en steunend op een knots van natuurlijke kleur.

Origin/meaning

The arms were officially granted on June 26, 1859 and again on July 7, 1987.

The arms are based on the arms of the 12th century Viscounts of Kortrijk. The chevron appears for the first time on a seal of Rogier II of Kortrijk from 1197. In 1199 the chevron appears for the first time on a counter-seal of the city.
Until 1309 the chevron only appeard on the counter-seals, from 1309 onwards also on the main seals. The supporters appear on the seal in 1368, the muralcrown in the 18th century.

The oldest colour image dates from the end of the 15th century.

On September 15, 1819 the arms were granted without supporters and with a crown used for cities in the Netherlands at the time (see below). These arms were confirmed on May 31, 1838, after the Belgian independence. Only in 1859 the historical large arms were restored and confirmed 11 years after the municipal changes of 1976.

The arms from 1819:

The arms in the Koffie Hag/Café Hag albums +/- 1930

Literature : Servais, 1955; Vivianne-Wouters and Warlop, 2002.