Meerdervoort

From Heraldry of the World
Revision as of 06:04, 21 August 2010 by Knorrepoes (talk | contribs) (Created page with '{|width="100%" style="color:black; background-color:#ffffcc;" |width="15%"|50 px|left |width="70%" align="center" |'''Heraldry of the World<br/>Civic her…')
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)
Jump to navigation Jump to search
Netherlands.gif
Heraldry of the World
Civic heraldry of the Netherlands - Nederlandse gemeentewapens
Netherlands.gif


MEERDERVOORT

Provincie  : Zuid Holland
Opheffing  : 1855 Zwijndrecht
Toevoegingen :

De gemeente voerde geen eigen wapen.

Als wapen voor Meerdervoort geeft Regt (1848) een veld van keel, waarop drie schuinbalken van zilver, waaroverheen een leuw van zilver, geklauwd van goud. Dit wapen zou afkomstig zijn van Claes van Meerdervoort (zie onder). In het manuscript Beelaerts van Blokland (18e eeuw) wordt echter een geheel ander wapen genoemd, namelijk doorsneden: I in keel een gaande leeuw van zilver en II in keel drie palen van zilver. Over de oorsprong van dit laatste wapen is niets bekend.

De bedijking van de Zwijndrechtse waard werd in 1331 in gang gezet door Hendrik van Brederode. Hij bepaalde dat iedereen die meer dan 1/16 aandeel van de kosten van de nieuwe waard voor zijn rekening zou nemen, deze de titel Ambachtsheer van een gedeelte van de waard zou krijgen. Hierop besloot een achttal personen de bedijking te financieren. Zij kregen daarop allen 1/8 deel van de waard in leen. Deze 8 personen waren: Heer Schobbeland van Zevenbergen, die het gebied rond het huidige Zwijndrecht verkreeg; N van de Lindt, naar wie de Groote Lindt en Kleine Lindt zijn genoemd; Heer Oudeland, naar wie Heeroudelands Ambacht is genoemd; Jan van Roozendaal, die Heerjansdam verkreeg; Daniel en Arnold van Kijfhoek; Claes van Meerdervoort; Adriaan van Sandelingen, die Sandelingen Ambacht verkreeg en tenslotte Zeger van Kijfhoek, wiens zoon Hendrik Ido ambachtsheer werd. De familie Van Meerdervoort bleef tot 1551 in het bezit van de heerlijkheid.

Literatuur : Regt, 1848; Beelaerts van Blokland, 17??