Heeswijk-Dinther

From Heraldry of the World
Revision as of 19:11, 30 August 2010 by Knorrepoes (talk | contribs) (Created page with '{|width="100%" style="color:black; background-color:#ffffcc;" |width="15%"|50 px|left |width="70%" align="center" |'''Heraldry of the World<br/>Civic her…')
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)
Jump to navigation Jump to search
Netherlands.gif
Heraldry of the World
Civic heraldry of the Netherlands - Nederlandse gemeentewapens
Netherlands.gif

HEESWIJK-DINTHER

Provincie  : Noord Brabant
Opheffing  : 1994 Heesch (1995 Bernheze)
Toevoegingen  : 1969 Dinther, Heeswijk

I : 12 november 1969
"Gedeeld : I in zilver een omgewende leeuw van sabel, getongd, genageld en gehalsband van keel, II in sabel een leeuw van zilver, met een schouderschildje van azuur beladen met 6 gouden penningen, geplaatst 3, 2 en 1. Het schild gedekt door een gouden kroon van 3 bladeren en 2 parels."

Heeswykd.gif

Oorsprong/verklaring:
Het wapen is samengesteld uit de wapens van Heeswijk en Dinther. Beide leeuwen zijn afkomstig uit het wapen van de heren Van der Leck. Het schouderschildje is afkomstig van de familie Van Bentheim, die in 1339 in het bezit kwamen van Dinther. Het voorstel was eerst om beide leeuwen een halsband te geven, maar Dinther had nooit een halsband gevoerd en het is dus niet overgenomen.

In 1992 stelde de Noordbrabantse Commissie voor Wapen- en Vlaggenkunde voor het wapen alsvolgt te wijzigen:
" Gedeeld : I in zilver een leeuw van sabel, gehalsband van goud en getongd en genageld van keel; II in keel zes gouden penningen, geplaatst drie, twee en een. Het schild gedekt met een gouden kroon van drie bladeren en twee parels."

In het ontwerp wordt de leeuw van de familie Van der Leck gecombineerd met het wapen van Bentheim in vereenvoudigde vorm. Bentheim voerde meer penningen (zie hiervoor De Wijk en Geldermalsen in Nederland of het Grafschaft Bentheim in Duitsland).

Door opheffing van de gemeente is het wapen nooit aangevraagd.

Literatuur : vHam, 1984; Brekel, 1992